Voetballegendes zijn er genoeg in de wereld, namen als Eusebio, Pelé, Maradona, Alfredo di Stefano, Bobby Charlton, George Best en Johan Cruijff kennen we allemaal nog. Maar ken je Ferenc Puskás dan ook nog. De Hongaars international die furore maakte bij Honved Boedapest en Real Madrid. Hoe ging zijn carrière eigenlijk, hoe kwam hij bij Real Madrid terecht. Wij zijn daar eens ingedoken en hebben de vele bijzonderheden over zijn carrière in dit artikel uiteen gezet.
Wie was Ferenc Puskás
Beste sportweddenschappen acties 2024:
Ferenc Puskas werd op 2 april 1927 geboren als Ferenc Purczeld in Boedapest de hoofdstad van Hongarije. Puskas was de beroemdste Hongaarse voetballer en later trainer ooit. Hij was een aanvaller pursang en vaak topscorer van zijn ploeg. In Nederland had hij de bijnaam als de “voetballende majoor”. Na de opstand in Hongarije in 1956 vertrok hij naar Spanje en werd daar sterspeler van Real Madrid. Na zijn actieve voetballoopbaan werd hij trainer bij diverse clubs over de hele wereld. In 1992 keerde hij terug naar zijn geboorteland Hongarije. Door zijn innemende persoonlijkheid was hij altijd zeer populair gebleven in Hongarije. Ferenc Puskas overleed in november 2006, hij werd met nationale eer begraven. Vanaf 2009 wordt door de FIFA aan de maker van het mooiste van het jaar de Puskasprijs uitgereikt.
Loopbaan bij Kispest-Honvéd
Ferenc Purczeld senior liet in 1938 zijn achternaam aanpassen in Puskás, een wat meer Hongaarse naam. Senior was ook een goed voetballer en werd later trainer van Kispest-Honved in Boedapest. Natuurlijk onderkende hij het talent van zijn zoon. De jonge Ferenc was elf toen hij samen met zijn buurjongetje Jozsef Bozsik ging voetballen bij Kispest. Samen maakte ze deel uit van het gouden team van Honved. Vanaf 1943 speelde hij met Kispest in de hoogste klasse. En dat deed hij goed, in 1947-1948 werd hij topscorer in Hongarije en Europa met 50 doelpunten. In Hongarije kwam er een machtsovername onder druk van de Sovjet Unie. Kispest-Honved kwam onder invloed van het Hongaarse leger te staan. Het was toen gebruikelijk dat landen in het voormalige Oostblok voetbalploegen waren van ministeries, vakbonden, en grote bedrijven. De spelers hoorden dan ook bijvoorbeeld bij het leger en kregen ook een rang, Puskás werd majoor.
Gouden Team
De macht van het leger was behoorlijk groot, de club kon daardoor makkelijk de topspelers aantrekken. Op deze manier werd het zogenaamde gouden team gevormd. In het seizoen 1949-1950 werd het team voor het eerst kampioen. De “voetballende majoor” zou met het gouden team maar liefst vijf keer kampioen worden van Hongarije. Het scoren bleef hem goed afgaan, hij werd nog drie keer topscorer. In 1945 debuteerde Puskás in het nationale elftal en scoorde gelijk in zijn eerste interland tegen Oostenrijk. Op de Olympische Spelen van 1952 in Helsinki werd Hongarije Olympisch kampioen. Het Hongaarse elftal was in die tijd superieur en won tussen 1950 en 1954 32 wedstrijden achtereen. Eén wedstrijd moet er toch even uitgelicht worden, de Hongaren wonnen op Wembley van Engeland met 6-3. Dit was de eerste thuisnederlaag van de Engelsen in 30 jaar. De Hongaren werden toen gezien als het sterkste elftal ter wereld.
Hongaarse opstand
In 1956 kwam het Hongaarse volk in opstand tegen de Sovjet overheersing. Kispest-Honved was op dat moment voort de Europacup in Spanje. Vanwege die chaotische situatie besloot de ploeg niet terug te keren naar Hongarije. De opstand werd onderdrukt door de Russen en toen wilden de spelers helemaal niet meer terug. De gezinsleden waren inmiddels ook gevlucht en ook in Spanje aangekomen. In 1957 wist het bewind in Boedapest de meeste spelers te bewegen terug te keren naar Hongarije. Maar Puskás , Kocsis en Czibor bleven in het buitenland. Onder druk van de Hongaarse autoriteiten kregen ze wel een schorsing van 18 maanden. Puskás wilde graag in Italië spelen maar hij was veel te zwaar geworden en inmiddels al 30 jaar. Hij ging afvallen en via de oud coach van Honved Emil Oestreicher kon hij een contract tekenen bij Real Madrid.
Periode bij Real Madrid
Real Madrid zat net in zijn sterkste periode met spelers als Alfredo di Stefano en Francisco Gento. Na de komst van Puskás werden ze alleen maar sterker. Hij bleef acht seizoen in Madrid en in 180 wedstrijden scoorde hij maar liefst 156 keer. Vijf maal werd hij daar landskampioen en viermaal topscorer. Gedenkwaardig voor hem was de Europacupfinale tegen Eintracht Frankfurt op Hampden Park in Glasgow. Real won met 7-3 drie doelpunten van Di Stefano en vier van Ferenc Puskás. In 1961 werd hij genaturaliseerd tot Spanjaard en kreeg als bijnaam Pancho. Hij ging met Spanje naar het wereldkampioenschap in Chili, maar Spanje werd al in de eerste ronde uitgeschakeld. In 1966 werd nogmaals de Europacup gewonnen, het was de laatste wedstrijd van Ferenc Puskás. Op 39 jarige leeftijd beëindigde hij zijn carrière.
Trainersloopbaan
Na zijn actieve loopbaan als voetballer werd hij trainer. In zijn voetballoopbaan speelde hij maar voor twee clubs, maar als trainer had hij veel clubs. Eigenlijk een beetje een teken dat hij daar toch minder kwaliteiten voor had. Als trainer zat hij over de hele wereld, van Spanje, Afrika tot Zuid-Amerika en Australië. In 1971 stond hij met Panathinaikos in de finale van de Europacup 1 op Wembley tegen Ajax. De Amsterdammers wonnen met 2-0 en wonnen hun eerste Europacup 1. In 1981 bezocht hij weer voor het eerst Hongarije, hij werd door de bevolking met enthousiasme ontvangen. In 1992 keerde hij definitief terug naar Hongarije en werd interim coach van de nationale ploeg. Hij wist zich echter niet te kwalificeren voor het WK van 1994.
Ziekte
In 2000 werd bij Ferenc Puskás de ziekte van Alzheimer vastgesteld. En in die tijd werd hij ook meerdere malen in het ziekenhuis opgenomen. Op zijn 75e geboortejaar werd het nationale stadion in Boedapest omgedoopt tot het Ferenc Puskás Stadion. De “voetballende majoor” stierf op 17 november 2006 op 79 jarige leeftijd in Boedapest.