Volleybalbond wil sterkere competitie; desnoods met minder teams.

Guidetti blijft coach bij de Oranje-vrouwen.

Liefhebbers van de zaalsport competitie vragen me regelmatig hoe het toch zit met bijvoorbeeld volleybal op televisie. Natuurlijk zijn de hoogtepunten wel prominent in het nieuws geweest. Het WK beach vorig jaar, de fantastische prestaties van de nationale vrouwenploeg en af en toe een paar beelden van de Lange Mannen,

Oranje volleybalsters plaatsten zich voor Rio.

Beste sportweddenschappen acties 2024:

Wedkantoor
Features
Bonus
Score
Probeer nu!
1
  • €100 Free bet!
  • €250 casinobonus
  • Nederlands wedkantoor!
€100 gratis wedden!

die zo ijverig aan het proberen zijn om internationaal weer aan te sluiten. Maar waarom zien we geen competitie of Europa-cup volleybal? Wat is er dan toch met onze nationale competitie en wedstrijden van clubs in Europees verband? Tot mijn spijt moet ik u vertellen dat na het halen van de gouden medaille bij de Olympische Spelen in Atalanta in 1996 en het winnen van het EK in Eindhoven in 1997 de prestaties van de lange mannen behoorlijk naar beneden zijn geduikeld. Het toenmalige Piet Zoomers Dynamo in Apeldoorn won begin van dit millennium nog een keer een Europa-Cup, maar sindsdien is het behoorlijk bergafwaarts gegaan met het clubvolleybal in Nederland.

Oorzaak of gevolg?

De Nederlandse Volleybal Bond besloot in haar wijsheid een kleine vijftien jaar geleden dat de opleiding bij de clubs niet langer toereikend was en dat men dat beter zelf ter hand zou kunnen nemen. Jonge spelers werden uit de competitie gehaald en in samenwerking met onderwijsinstituten begon men eerst in Amsterdam later in Arnhem met een zogenaamd full-time opleidingsprogramma. Geheel in overeenstemming met de wensen van NOC*NSF volgens mij. En of het een kwestie is van oorzaak of gevolg: nu, een flink aantal jaren later, zien we dat de clubs steeds meer moeite hebben om hun topteams in de gewenste samenstelling te hebben. De allerbeste talenten worden al snel weggelokt en NeVoBo-intern opgeleid. Maar waarvoor eigenlijk? De allerbesten van die mannen kwamen de afgelopen jaren niet bepaald terecht in de top van de grote competities. De sterkste clubs in Italië, Spanje, Polen of verzint u het maar hebben zo goed als geen Oranje jongens in hun gelederen. Is dat een kwestie van een paar magere lichtingen? Of moet de bond dat opleidingsverhaal eens opnieuw tegen het licht houden.

Kwaliteit onder de maat.

Volleybal vrouwen en mannen stand van zaken juli 2016 02In elk geval is de volleybalbond wel enigszins bezorgd over de wat armoedige stand van zaken wat kwaliteit betreft in de Nederlandse eredivisies. Bij de vrouwen zijn er al jaren niet meer dan 10 club in staat om op het hoogste niveau een team in te schrijven. Geld? Personele bezetting? U begrijpt natuurlijk wel, beste lezer, dat de zaalsport flink aan de beurt is geweest om te moeten inleveren sinds in 2008 de economische crisis losbrak. Sponsors zijn massaal afgehaakt en veel zaalsportclubs zijn zo’n beetje terug bij hun mogelijkheden van een jaar of 20 geleden. Toch wil de NeVoBo het zaalvolleybal versterken. Een fantastisch streven en ik sta er dan ook helemaal achter.

Sportieve resultaten

De sportieve resultaten moeten weer in de lift. Media aandacht is ook niet te versmaden en het stabiliseren van de organisaties in de eredivisie moet een belangrijke plaats krijgen. Alleen: het moet wel met amateurs, met liefhebbers. Geld is er niet in de zaalsport. Tenminste niet om semi-professioneel, laat staan professioneel, te kunnen werken. Helemaal niet erg, wat mij betreft. Als de bond de clubs kan helpen dan is dat prachtig.

Hoge drempels.

Clubs moeten aan een aantal verplichtingen voldoen om in de eredivisie te mogen spelen. Het gaat dan met name om organisatie, reclame en boarding, te veel om u er op deze site mee te vermoeien. Maar deze drempel is voor veel clubs zo hoog, dat er op dit moment een situatie is dat er geen twaalfde team tot de hoogste afdeling is toegetreden. De officiële promotie-kanalen leverden geen nieuwe ploeg op. In arren moede mogen nu ‘zij-instromers’ zich melden. Clubs die kunnen voldoen aan de licentie-eisen mogen zich melden. Kwaliteit speelt even geen rol. Eerst de eredivisie vullen met 12 teams. Het lijkt me dat dit toch een beetje genant is gezien bovenstaand verhaal. Maar goed, je moet wat. Volgens de bond zelf is het niet een groot probleem: de komende jaren moet de competitie toch terug naar tien of zelf max acht teams. Waarom eigenlijk? Als je uit kwaliteitsoverwegingen terug gaat naar tien of acht dan is het waarschijnlijk dat je een paar jaar later terug gaat naar zes of vier.

Oud plan.

Ik begrijp het dilemma wel. Men heeft een gedeeltelijk oud plan opgepoetst; eind jaren negentig werd hier ook al druk over gespeculeerd. Professionaliseren mislukt eigenlijk altijd omdat je met amateurs te maken hebt. Maar toch: als je niets doet zal de volleybalsport wat nationale competitie betreft voort blijven sukkelen en daar is de NeVoBo als organisatie natuurlijk zeer bezorgd over.

Guidetti blijft bondscoach.

Op een ander vlak zijn de zorgen van de volleybalbobo’s even wat minder groot. Bij de nationale vrouwenploeg zit het aardig op schema. De bondscoach heeft bijgetekend en zal dus na de komende Olympische Spelen in Rio de Oranje-kar blijven trekken. Hij blijft zijn functie als bondscoach combineren met zijn baan bij de Turkse club Vakifbank. Guidetti vindt de progressie van het team en de potentie van de ploeg geweldig. Hij denkt dat de dames in Rio zullen schitteren en dat ze bovendien nog sterker zullen worden in de volgende Olympische cyclus; die naar Tokio. Jammer, maar begrijpelijk, is hij van mening dat Nederlandse talenten zo snel mogelijk in de internationale competities gaan spelen. Lijkt me lastig voor de bond om dan toch de kwaliteit van de eredivisie te verhogen.

Buitenland

Nu al speelt zo’n beetje de voltallige Oranje-selectie in het buitenland. Momenteel bevindt de vrouwenploeg zich in Japan, waar Oranje deelneemt aan het zogenaamde Final Six toernooi van de World Grand Prix. U begrijpt dat dit prima past in de voorbereiding op de Spelen.

Lange Mannen.

Afgelopen weekend plaatsten de Oranje volleybalmannen zich dan toch nog kantje boord voor het finale weekend van de B-groep in de World League. Inderdaad, die ooit zo prestigieuze World League, waarin Oranje een paar generaties geleden nog mee deed op het hoogste niveau en waarin duels tegen het ondertussen ook behoorlijk afgezakte Cuba en bijvoorbeeld Italië vaak zinderend spannend waren en live op televisie

waren te zien, is ook al gesplitst in een A- en B-niveau. In die B-poule opereert Oranje momenteel en ondanks dat het voor de jonge internationals van bondscoach Gido Vermeulen een mooie gelegenheid is om internationale wedstrijden te spelen, zie je toch soms wat trieste taferelen. Bijna lege sporthallen (Oranje speelde volgens mij laatst nog in een hal waarin tien mensen op de tribune zaten) zijn natuurlijk niet bevorderlijk voor de ambiance en de media-uitstraling van een internationale volleybalwedstrijd.

Maar ja; dat is momenteel het niveau waarop de Oranje mannen acteren. Lichtpuntje is dan weer dat de ploeg van Vermeulen komend weekend meedoet bij de finale van die B-groep. Kantje boord, zei ik u al. De uitslag van de wedstrijd Canada-Finland was uiteindelijk doorslaggevend toen Nederland plaatsing niet op eigen kracht had kunnen afdwingen.

Moet je wel naar een kleinere competitie?

De Oranje-vrouwen doen internationaal goed mee en mogen naar Rio. Volleyballand moet dat koesteren en er ontzettend blij mee zijn. De Lange Mannen spelen op een te laag niveau. Beide teams vormen bovendien niet bepaald een afspiegeling van het niveau van de clubs in Nederland. Nou is dat niet zo erg en zeker niet uitzonderlijk. Het Nederlands voetbalelftal droeg jarenlang het niveau van de spelers die in buitenlandse competities uitkwamen. Maar als je dan plannen maakt om de kwaliteit van de eredivisie op te krikken moet je je volgens mij ernstig afvragen of het wel helpt om drempels te verhogen. Ik denk dat het risico zeer groot is dat te weinig clubs aan de verscherpte eisen kunnen voldoen. Teruggaan naar een kleinere competitie lost het niet op maar levert hoogstens uitstel.